Het neutraliseren van het bezit. Bremanisme voor doe-het-zelvers
U bent nog steeds geïnteresseerd? Heeft u echt de keus gemaakt? Weet u zeker dat u er niet slechter van wordt als u het Bremanisme omarmt? En u bent ervan overtuigd dat u ermee om kunt gaan dat het bezit geneutraliseerd is en er volledige gelijkheid is? En dat het goed is om dit vast te gaan leggen in een structuur die u en het bedrijf beschermt? Mooi, dan gaan we de diepte in!
In de Breman Structuur zitten een aantal elementen die zorgen voor de borging van het Bremanisme. Vandaag starten we met het neutraliseren van bezit. We zullen dit toelichten, en uitleggen wat het doet om het Bremanisme te borgen.
Wat betekent nu eigenlijk het neutraliseren van het bezit?
Lang niet iedereen heeft een beeld bij het neutraliseren van het bezit. Daarom beginnen we met een aantal voorbeelden. U hebt een fiets en ik niet. U gebruikt hem niet en geeft hem aan mij. We spreken af dat de fiets van u blijft en dat ik daar elke week een vergoeding voor betaal. Het zal u echt niets uitmaken waar ik ermee heen fiets, of dat ik de fiets in het tuinhuisje laat staan. Anderzijds heeft u er ook helemaal geen invloed op wat ik ermee doe.
Of u huurt van mij een weiland en betaalt mij daar pacht voor. Maar of u dat land nu goed bewerkt of verwaarloost is uw zaak. En dat zal mij ook helemaal niets uitmaken, zolang u uw pacht maar betaalt. Het weiland zal niet in waarde dalen, en ik loop daarmee ook beperkt risico. Ik ben tevreden met de vergoeding die ik ontvang.
Dit is nu precies hoe het neutraliseren van het bezit werkt. De aandeelhouder stelt het bezit ter beschikking en ontvangt daarvoor een rentevergoeding. En de huurder? Als die het verwaarloost, dan zal dat in eerste instantie hemzelf raken, pas daarna de kapitaalverschaffer. Dus zal de huurder hier echt wel zorgvuldig mee omgaan.
“De kale werkmaatschappijen”
Bij Breman is dit geregeld door het bezit te scheiden van de plaats waar gewerkt wordt. Alle panden, auto’s, geld en dergelijke zitten in Breman Beheer. De bedrijven zijn “kale werkmaatschappijen”, dus BV’s die de middelen die ze nodig hebben ter beschikking krijgen van Breman Beheer. En vervolgens hiervoor een normale vergoeding betalen. De bedrijven handelen alsof ze zelfstandig ondernemer zijn die het geld van de bank moet lenen. Of een bedrijf nu winst of verlies maakt, de bank wil zijn geld zien. Zo betalen de bedrijven altijd voor de middelen die ze gebruiken. Wordt er verlies gemaakt dan dienen ze dit terug te betalen in de daaropvolgende jaren. Ze hebben als het ware een lening bij Breman Beheer.
De bedrijven handelen alsof ze zelfstandig ondernemer zijn die het geld van de bank moet lenen
Geld in de pot
Verder is vastgelegd dat de winst die jaarlijks onderaan de streep overblijft (dus nadat de fiscus zijn deel heeft ontvangen en het personeel de helft van de winst heeft uitbetaald gekregen) wordt toegevoegd aan het vermogen, om vervolgens weer ingezet te kunnen worden om te investeren en te ondernemen. De aandeelhouder krijgt een normale rentevergoeding. Deze is wel gegarandeerd; dit om het systeem in stand te houden. Dat lijkt een grote stap voor de aandeelhouder, maar het is maar net hoe je het bekijkt. Vergelijk het met een rekening bij de bank. De betaalrekening versus de spaarrekening. Het vermogen in het bedrijf staat op de spaarrekening en jaarlijks wordt er rente gestort op de betaalrekening. Beide rekeningen zijn van de aandeelhouder, en hij zou wel gek zijn om zijn vermogen op de betaalrekening te zetten, waar hij er praktisch geen rente voor ontvangt. Hij zet het voor lange tijd vast op de spaarrekening.
Wie is er nu verantwoordelijk voor het bezit?
Zoals in het hele Breman-systeem is ook dit perfect in balans. Het gaat er immers om dat het bezit echt geneutraliseerd is. Beide partijen hebben belang bij het eindresultaat. Dit wordt duidelijk bij bijvoorbeeld de auto’s.
Alle kosten zoals bijvoorbeeld aanschaf, reparaties, brandstof, enz. worden opgeschreven. Daartegenover wordt er periodiek een voorschot in rekening gebracht. Wanneer de auto wordt ingeruild, wordt de rekening opgemaakt. Wat brengt de auto bij verkoop op en hoe goed was de inschatting van het voorschot. Is er teveel betaald dan krijgt het bedrijf geld terug en visa versa. Dus hoe beter de medewerkers met het bezit omgaan, hoe minder ze hoeven te betalen. Dus aandeelhouder en medewerker zijn samen verantwoordelijk voor het bezit.
Dus aandeelhouder en medewerker zijn samen verantwoordelijk voor het bezit.
Wat levert het neutraliseren van het bezit op?
Doordat het bezit geneutraliseerd is, worden een aantal problemen verholpen. Een hele belangrijke is de vererving. Omdat bezit en zeggenschap gescheiden zijn, hoeft er bij de vererving enkel bezit overgedragen te worden. De zeggenschap is namelijk op een andere manier geregeld. Het maakt dus ook niet uit of de nieuwe aandeelhouder in het bedrijf werkt of juist niet. Ook hoeven de kinderen niet per se leiderschapskwaliteiten te hebben. Het is dan ook vastgelegd wie van de familie in het bedrijf mag werken en hoe de zeggenschap geregeld is. Ook zal het bedrijf het niet uitmaken of er nu veel of weinig aandeelhouders zijn. Uiteindelijk kunnen honderden kinderen en kleinkinderen tegelijkertijd aandeelhouder zijn.
De zeggenschap
Door het bezit van de zeggenschap te scheiden, valt er in eerste instantie wel een gat. Daarom is het van belang een medezeggenschapstructuur op te zetten. Het is namelijk niet zo zwart-wit als het wordt geschetst in het voorbeeld van het weiland. Het is wel degelijk zo dat de aandeelhouder betrokken is bij het bedrijf en zeggenschap heeft over zijn bezit. Dit is echter gelijkwaardig gedeeld met de medewerkers. Zodat zowel medewerkers als aandeelhouders kunnen zeggen: “Er gebeurt niets zonder dat ik het ermee eens ben!” Maar hierover de volgende keer meer.
Er gebeurt niets zonder dat ik het ermee eens ben!
Help het Bremanisme het podium te geven dat het verdient, wees vrij om te delen op LinkedIn, Facebook, Twitter en alle ander sociale media. Wil je zelf mee blijven lezen, doe me dan een connectie verzoek.
https://www.linkedin.com/pulse/wie-betaalt-bepaalt-dus-niet-ren%C3%A9-breman/